zaterdag 25 april 2015

Nieuwsbrief, jaar IV, nr. 4 – maart 2015

De vreugde van mijn leven vinden

Ik ben Alberto, tweedejaars student theologie uit Ghana. Ik kom uit een groot gezin met zes kinderen. Ik ben de enige seminarist en mijn zus is de enige non en provinciaal overste van de Congregatie van de Heilige Jozef van Cluny. En de andere vier? Je zou kunnen zeggen dat met een hartspecialist, een keel-, neus- en oorarts en een oogarts wij thuis een echte kliniek hebben!

Om de waarheid te zeggen: als klein kind al wist ik zeker dat ik advocaat wilde worden, tot ik op zekere dag tijdens het speel-kwartier op de basisschool een priester zag die naar ons toe kwam om onze spelletjes te ze-genen. Toen ik naar hem keek kreeg ik een vreemd gevoel. Ik herinner mij dat ik op dat moment een bijzonder grote vreugde voelde die van die per-soon uitging, en mijn aandacht werd getrokken door één detail: de stola waarop een groot gouden kruis was aangebracht. Die ontmoeting veranderde mijn plannen volledig en ik geloof ook niet dat het zomaar een toevallige gebeurtenis was. Vóór die ervaring bewaarde ik eigenlijk een zekere afstand tot het geloof en had niet de gewoonte om naar de mis te gaan, mede door de invloed van sommige school-vriendjes. Ik geloofde niet dat er enige reden of noodzaak was om God te aanbidden. Mijn vader keek goed hoe ik mij gedroeg en op zekere morgen bracht hij mij met grote fijngevoeligheid tot het inzicht hoe belangrijk de mis was voor mijn leven. En van de moment besloot ik met mijn ouders elke morgen naar de mis te gaan totdat ik deze priester ontmoette.

Mijn vader heeft zich bepaald niet vergist. Door deze gewoonte om naar de mis te gaan groeide in mij geleidelijk aan het verlangen steeds meer met Jezus samen te zijn en begreep ik dat Hij mij vroeg hem te dienen zoals die priester die ik op school had ontmoet Hem diende.
Intussen doorliep ik de middelbare school en ik slaagde met zeer hoge cijfers voor mijn examens. En toen had ik het gevoel dat ik op een kruispunt was aangekomen. Ik was voldoende gekwalificeerd om naar een goede universiteit te gaan of moest ik in plaats daarvan een andere weg nemen naar het seminarie? Ik nam enige tijd om tot een besluit te komen en intussen doceerde ik religie aan een school en werd er adjunct directeur. Er gingen twee jaar voorbij en plotseling hoorde ik een stem in mij die zei: “Alberto, kom naar mij!” En zo gebeurde het dat ik naar het seminarie ging tegen de zin van mijn broers en zus en mijn vrienden, die mij allemaal als een nietsnut beschouwden.

Ik denk dat het voorbeeld van mijn vader doorslaggevend was bij dit besluit, die toen bij het bisdom directeur voor leken-aangelegenheden en tevens bankmanager was, van wie ik geleerd had van de Kerk te houden. Zijn geest van dienstbaarheid voor de gemeenschap was grenze-loos. Vaak vertelde hij ons hoe hij zijn werkplek bij de bank verliet om de parochie een handje te helpen. Ik kon dat gedrag niet goed plaat-sen en daarom vroeg ik hem waarom hij de Kerk zo vaak hielp, terwijl hij toch wist dat dat geen geld opleverde en zijn werk voor de bank wel.  Ik herinner mij dat hij mij aankeek en zei: “Alberto, God is mijn kracht, Hij is mijn bron, al mijn rijkdom.” En na vijf jaar studie aan het kleinseminarie “Heilige Gregorius de Grote” in Paakoso, werd ik uitgezonden naar een geheel nieuwe werkelijkheid in het hart van de Kerk, naar de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in Rome. Na twee jaar theologie heb ik een grondige ervaring opge-daan in zowel geestelijke als academische vorming, omgeven door culturen en tradities die zo geheel anders zijn dan mijn Afrikaanse, wat heel leerzaam is.
De opening van het academisch jaar 2014/2015


De Ebola tragedie in Liberia

“Wij verliezen onze menselijkheid.” Dit is het hulpgeroep uit Liberia, meer in het bijzonder uit de mond van Mgr. Anthony Borwah, bisschop van het bisdom Gbarnga als hij over de nationale ramp spreekt die het gevolg is van de Ebola-uitbraak.

"“Deze ramp maakt eenvoudige affectieve gebaren onmogelijk, bijvoorbeeld iemand die gebroken is en in tranen uitbarst troosten door je arm om hem heen te slaan.” Mgr. Borwah, oud-student van de Faculteit voor Institutionele Communi-catie van de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis, vertelt ons hoe hij niet kon deelnemen aan de bisschoppensynode over het gezin die onlangs in Rome is gehouden. Toen het allereerste geval van Ebola in het land was ontdekt, werd voor het hele land de noodtoestand afgekondigd: scholen werden gesloten, markten werden afgelast en kantoren kwamen leeg te staan, wat rampzalige gevolgen had voor het hele land. Het virus heeft ook een algehele verarming van de gezinnen veroorzaakt, nu velen zich niet eens meer één maaltijd per dag kunnen veroorloven. “Bovenop de honger en woede” vervolgt de bisschop, “komt  dan nog dat het volk van Liberia snel de hoop verliest en gelooft dat God ons opnieuw verlaten heeft. Om precies te zijn, vóór de nu overal aanwezige dreiging van Ebola, heeft de Kerk van Liberia de afgelopen tien jaar onvermoeibaar gewerkt om de nog verse wonden van de burgeroorlog te genezen, een oorlog die het land tien jaar geleden letterlijk op de knieën heeft gebracht met een ernstige economische crisis en verbreiding van vuurwapens.”


“Ondertussen”, vertelt de bisschop ons, “wil het bisdom Gbarnga een netwerk voor voedseldistributie opzetten, nu de prijzen van rijst, graan en andere consumptieartikelen een dramatische piek vertonen als gevolg van te kleine voorraden en het feit dat niemand in de buurt durft te komen waar Ebola heerst.” De Katholieke Kerk van Liberia werkt door het hele land samen met het door de overheid opgezette “Ebola Task Force Team” dat instructies geeft aan groepen verplegers en verpleegsters in verscheidene bisdommen in Liberia.
Maar het verhaal van Mgr. Borwah is ook een persoonlijke tragedie, aangezien hij zijn goede vriend en geestelijk leidsman Miguel Pajares als gevolg van het virus is verloren. “De oplossing?” De priester van de Liberiaanse Kerk legt uit dat wat nodig is, is een “opnieuw ontdekken van onze menselijkheid, onze spontane goedheid, en net als de Kerk proberen oplossingen aan te dragen die blijvend zijn.” Dit moet de boodschap aan de wereld zijn: “De vrienden van Jezus Christus, de armen, vrouwen, kinderen en onschuldigen, zij hebben geestelijke en materiële steun nodig. De mensen van Liberia staan op het punt hun eigen geloof, hoop en liefde te verliezen. Ze zijn arm, hongerig en wanhopig. God verlaat ons niet en zal ons nooit verlaten. Alstublieft, lever ons niet over aan de vernietiging door Ebola. Wij vragen u voor ons te bidden.” 


Studenten aan het woord
Studeren in Rome heeft mij geholpen een universele visie van de Kerk te krijgen en vooral de verschillende werkelijkheden te leren kennen die mij kracht geven bij de zending die God mij heeft toevertrouwd.

Héctor Patricio Aranda Mella, Comunicatie

Eigenlijk ben ik hier toevallig terecht gekomen, bijna tegen mijn zin. Maar na die merkwaardige eerste indruk-ken werd ik langzamerhand gegrepen door deze nieuwe wereld. Ik heb zoveel geluk gevonden op deze plek, een liefde die je zomaar voor niets krijgt, die aandacht voor ieder afzonderlijk, een plek waar de vraag “Hoe gaat het met je” niet alleen maar een soort lippendienst is. De “Giulia” die ik nu geworden ben, dank ik aan deze universiteit en aan de wijs-heid van de professoren, de ongelooflijke ervaringen van mijn medestudenten en de vriendelijke en ruimhartige diensten van de mensen die bij de administratie werken.

Giulia Latella, filosofie

 Contact

Stichting De Oude Gracht,

Hulpfonds Pauselijke Universiteit van het H. Kruis,

Jan Luijkenstraat 52, 1071 CS Amsterdam,

tel 020-6732342,



U kunt doneren via overboeking op:

IBAN: NL09INGB0006364222, BIC: INGBNL2A

t.n.v. Hulpfonds Pauselijke Universiteit

Geen opmerkingen:

Een reactie posten