Posts tonen met het label Stichting De Oude Gracht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Stichting De Oude Gracht. Alle posts tonen

zondag 30 juli 2023

Nieuwsbrief, jaar XII, nr. 14 – april 2023

 

Interview met twee studenten uit Oekraïne: Bidden voor het einde van de oorlog

Het is een droevig moment voor iedereen. In Europa dachten wij dat er een lente zou komen zonder gezondheidsproblemen, geen gedoe met mondkapjes en afstand houden. Wij verwachtten een nieuw tijdperk van vreugde en vrede.

Wij zijn terechtgekomen in een verschrikking waarvan wij niet hadden gedacht dat dit ooit nog opnieuw zou gebeuren: een oorlog; en een wrede en meedogenloze oorlog aan de oostelijke grenzen van ons werelddeel. Bohdan Luhovyi, 26 jaar, geboren in Bolekhiv, en Ihor Bazan van 24, geboren in Ternopil vertellen ons hun verhaal. Allebei heel jong, als veel van hun vrienden die in Oekraïne aan het vechten zijn in een zinloze oorlog. Zij zijn twee van acht Oekraïense studenten die aan de Universiteit van het Heilig Kruis hun vorming krijgen.

donderdag 21 december 2017

Nieuwsbrief, jaar VI, nr. 9 – december 2017

Mgr. Carrasco: Het dienstwerk is jullie nieuwe identiteit

Eenendertig priesterstudenten van het Opus Dei, waaronder één Nederlander,  hebben de diakenwijding ontvangen in de basiliek Sant’ Eugenio te Rome uit handen van Mgr. Ignacio Carrasco.
De nieuwe diakens komen uit 15 verschillende landen: Spanje, Italië, Venezuela, Kenia, Argentinië, Filipijnen, Uruguay, Slowakije, Oeganda, Nigeria, Frankrijk, Ivoorkust, Brazilië, Colombia en Nederland. Hun priesterwijding zal plaatsvinden op 5 mei.
Mgr. Ignacio Carrasco, emeritus-voorzitter van de Pauselijke Academie voor het Leven, legde in zijn homilie de nadruk op de dienst van het woord, karakteriserend voor de taken van een diaken: “In de taal van Jezus van Nazareth, in de taal van zijn Moeder, Maria, en zijn familie, vrienden en buren.”

Interview met de nieuwe Nederlandse diaken, Martijn Pouw

vrijdag 17 maart 2017

Nieuwsbrief, jaar VI, nr. 8 - februari 2017

In Haïti is er nog hoop!

Ik ben Enel Fils, seminarist uit Haïti. Ik kom uit een groot, diep gelovig gezin met acht kinderen, allemaal jongens. Van jongs af aan brachten mijn ouders ons naar onze parochiekerk om deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten en de mis.
Daar begon het allemaal. Ik herinner mij in het bijzonder een priester die soms de mis opdroeg in een kapel aan de voorzijde. Deze priester ging elke keer nadat hij klaar was met de mis bij mijn oma langs om haar de heilige communie te brengen. Hij deed dit elke keer als hij in onze parochie op bezoek was, en dat maakte zo’n diepe indruk in mijn hart, dat ik mijn moeder in het Creools vroeg: “Mama, wat moet ik doen om priester te wor-den?”(Creools is een taal die overal op Haïti wordt gesproken.) Zij antwoordde: “Jongen, dan moet je heel veel bidden.”

maandag 14 maart 2016

Nieuwsbrief, jaar V, nr. 6 – februari 2016

De Verlosser van Haïti

Jean Gilles Kenley, 2-jaarsstudent aan de Pauselijke Universiteit vertelt van zijn herinneringen aan kerstmis in zijn geboorteland.


Voor ons in Haïti is Kerstmis een heel bijzondere tijd, voor de kinderen. Tijdens de twee of drie dagen die daaraan voorafgaan genieten de Haïtiaanse kinderen een grotere vrijheid vergeleken met de rest van het jaar. De ouders geven hun de gelegenheid de hele dag met hun vriendjes buiten op straat te spelen. Maar mijn land is in zekere zin wat merkwaardig. Een echte christelijke devotie moet rekening houden met het bestaan van een grote mengeling van religies, waarvan voodoo de belangrijkste is. Het komt te vaak voor dat trouwe kerkbezoekers in Haïti in het geheim magische rituelen beoefenen of een mengeling van christendom en voodoo.

woensdag 16 december 2015

Nieuwsbrief, jaar IV, nr. 5 – december 2015


“Ik kan alles doen door Hem die mij kracht geeft”

Ik ben Francis Chikwado Onwuchulum; ik ben 26 jaar en van mijn eerste jaar Theologie aan de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis heb ik er nu negen maanden opzitten. Mijn stad, Onytsha, is een grote wereldstad in het Zuidoosten van Nigerië, waar de rivier de Niger uitmondt in de Atlantische Oceaan.

Ik ben geboren in een dorpje niet ver daarvandaan, maar heel kort daarna verhuisden mijn ouders met mij en mijn broers naar de stad. Mijn vader werkte als trader in de financiële wereld en mijn moeder werkt op het stadhuis; beiden behoren tot de Igbo-stam, waarvan alle leden in Nigerië katholiek zijn. Als kind groeide ik op in een liefdevolle en rustige omgeving als de jongste van drie broertjes. Helaas, toen ik drie jaar was, verloor ik mijn vader. Ik heb maar een vage herinnering aan hem maar, God zij dank, slaagt mijn moeder er steeds in die levend te houden: ik weet dat hij in de stad werd gerespecteerd om zijn eerlijkheid en zijn harde werk, en mijn moeder vertelt over hem als een man met een grote liefde voor de waarheid en met een rijk gebedsleven.

Mijn moeder liet zich niet ontmoedigen, zelfs niet door deze gebeurtenissen; haar leven draaide om Christus. Elke ochtend nam zij ons vóór de Afrikaanse dag en dauw, om half zes, mee naar de mis om ons daarna naar school te brengen in het vooruitzicht van een lange werkdag, en dat deed zij tot mijn twee broers waren afgestudeerd, een in de economie en een in marketing. Dat heeft vruchten opgeleverd.

dinsdag 19 februari 2013

Nieuwsbrief



Amsterdam, november 2012
Geachte heer/mevrouw,
Enkele weken geleden, op 11 oktober, is het Jaar van het geloof begonnen dat Paus Benedictus XVI heeft aangekondigd om het begin van het Tweede Vaticaans Concilie vijftig jaar geleden te gedenken. De Paus zei daarbij (Porta Fidei, nr. 15): Waar de wereld van vandaag vooral behoefte aan heeft, is het geloofwaardig getuigenis van mensen die, in geest en hart verlicht door de Heer, in staat zijn het hart en de geest van vele anderen te openen voor het verlangen naar God en naar het ware leven, het leven dat geen einde heeft.